Maze runner

Het met de voeten leren sturen van een bal in verschillende richtingen (dribbelen).

Toelichting

Maak van stoepkrijt twee of meer doolhoven, afhankelijk van het aantal kinderen (één doolhof per vijf kinderen).

De spelers dribbelen in estafettevorm door het doolhof heen. De bal mag niet over de lijnen rollen. De speler zelf mag wel over de lijnen heen stappen. Komt de bal toch over een lijn? Dan moet dit team 1 pion omver leggen.

Nadat alle spelers van het team terug zijn van het dribbelen moeten ze per pion die omver ligt nog drie keer om het hoedje en terug sprinten (met het hele team). Het team dat als eerste weer stilstaat bij de start, wint het spel.

Benodigdheden

  • Stoepkrijt
  • 3 pionnen per team
  • 1 voetbal per team
  • 1 hoedje per team (of een pion / stip van krijt)

Aandachtspunten

Probeer de teams zo in te delen dat ze gelijkwaardig zijn. Wissel na elke ronde de teams iets door elkaar.

Groep 3 & 4

Maak de paden van het doolhof drie stoeptegels breed, dit is ongeveer 1 meter. Elke speler heeft 1 leven, dit betekent dat de bal eenmaal over de lijn kan zonder dat de pion om gaat. De kinderen gaan op de heenweg door het doolhof, draaien om het hoedje en schieten de bal naar de volgende speler. Vervolgens lopen ze buiten het veld terug.

Groep 5 & 6

Maak de paden van het doolhof twee stoeptegels breed, dit is iets meer dan een halve meter. De spelers gaan op de heenweg door het doolhof. Ze keren om het hoedje en dribbelen terug naast het doolhof.

Groep 7 & 8

Maak de paden van het doolhof twee stoeptegels breed, dit is iets meer dan een halve meter. De spelers dribbelen op de heenweg met het rechterbeen, keren om het hoedje en dribbelen met het linkerbeen terug.

Lessenplan gratis uitproberen?