Hockey 1: Dribbel solo
Leer om de bal te controleren met een hockeystick tijdens het verplaatsen (drijven)!
Toelichting
Verdeel de kinderen in verschillende groepjes. Elk groepje oefent binnen een eigen (smalle) baan. Ze gaan proberen om deze baan dribbelend over te steken. Steeds als het ze lukt, leggen ze een hoedje ergens binnen de baan. Zo wordt het bij elke nieuwe poging lastiger om de baan over te steken.
De kinderen mogen achter elkaar doorgaan. Stimuleer dat de kinderen weinig wachten en veel oefenen. De kinderen drijven door de baan. Drijven is de bal voortdurend in contact houden met de stick.
Steeds als het lukt plaatsen de kinderen dus extra obstakels. Hoeveel materiaal weten jullie te ontwijken?
Benodigdheden
- 20-30 hoedjes (of pittenzakjes, blokjes)
- 3 pionnen
- 4-8 springtouwtjes of dikke touwen (afbakenen banen)
- 10 hockeysticks
- 10 hockeyballen (of tennisballen)
Aandachtspunten
Maak voor de veiligheid afspraken die bij elke hockeyles gelden. Houdt de stick altijd aan de grond, zo voorkom je gevaarlijke situaties zonder bal, of bij het spelen van de bal. De bal moet altijd over de grond gespeeld worden. Je mag alleen met de platte kant van de stick spelen.

Groep 3 & 4
Gaat de basisvorm goed? Voeg dan de noodrem regel toe. Roep jij als leerkracht hardop ‘STOP’? Dan probeert elke dribbelende speler zo snel mogelijk stil te staan zonder de bal te verliezen.
Groep 5 & 6
Gaat de basisvorm goed? Plaats dan een pion binnen elke baan. De kinderen moeten hier een heel rondje omheen draaien met de bal.
Variatie: Raak je een materiaal? Dan moet je dit materiaal weghalen uit de baan. Wat is het grootste aantal materiaal / hoogste score, dat de kinderen bereiken?
Groep 7 & 8
Daag de kinderen uit om meerdere technieken te tonen. Spreek bijvoorbeeld af dat ze eerst drijven en daarna wisselen met tikken. Met tikken bedoelen we het verplaatsen van de bal door er steeds kleine tikjes tegen te geven.
Variatie: spreek af dat de kinderen de baan heen en terug oversteken. Zo moeten ze niet alleen materiaal ontwijken, maar ook elkaar!